Duurzaam ontwerpen en produceren begint vaak bij de keuze van het juiste materiaal. Daarbij kom je al snel termen tegen als biobased, circulair en recycled content. Ze klinken misschien vergelijkbaar, maar verwijzen naar verschillende manieren waarop materialen bijdragen aan een duurzamere wereld. Door het verschil te begrijpen, kun je bewuster kiezen en beter onderbouwen welke impact jouw ontwerp of product heeft.
Biobased materiaal
Biobased materialen worden gemaakt van biologische, hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele bronnen. Denk bijvoorbeeld aan bioplastics op basis van maïszetmeel, hennepvezels, bamboe of bio-composieten. Let op: biobased betekent niet automatisch biologisch afbreekbaar of duurzamer. De milieu-impact hangt af van factoren zoals productieproces, herkomst en verwerkingswijze.
Circulair materiaal
Circulaire materialen zijn ontwikkeld volgens de principes van de circulaire economie. Het doel: materialen zo lang mogelijk in de kringloop houden. Dat gebeurt door te delen, hergebruiken, repareren, opknappen en recyclen. Circulariteit kijkt dus naar het hele systeem — van ontwerp en gebruik tot herwinning aan het einde van de levensduur — en richt zich op het sluiten van materiaalkringlopen.
Recycled content materiaal
Recycled content materialen bestaan (deels) uit eerder gebruikt materiaal dat is verwerkt tot een nieuw product. Er zijn twee typen:
— Post-consumer recycled content: afkomstig van gebruikte producten.
— Post-industrial recycled content: afkomstig van productieafval. Het percentage recycled content laat zien hoeveel van het eindproduct uit gerecycled materiaal bestaat.
Belangrijkste verschillen:
— Biobased → focust op de herkomst (biologisch vs. fossiel).
— Circulair → focust op het systeem (materiaalstromen sluiten).
— Recycled content → focust op hergebruik (materiaal opnieuw inzetten).