#Artikelen

07.05.2024

Maria Blaisse over archiveren

In deze sectie interviewen we huidige en voormalige leden die actief bezig zijn met het archiveren van hun werk. We duiken in hun benadering, obstakels en het advies dat ze willen geven aan mede-ontwerpers.


Naam: Maria Blaisse

Ontwerpdisciplines: design, textiel, mode en kunst

Portretfoto: Maria Blaisse en Grace Jones

Tekst door Sophie Tijssen en Madeleine van Lennep, in samenwerking met Maria Blaisse


Maria Blaisse (1944) werkt vanuit haar transdisciplinaire ontwerpstudio in Amsterdam al meer dan 45 jaar met de Torus (een rubber binnenband) aan een permanent vormonderzoek dat zich zeer consistent en trans-disciplinair ontwikkelt. “Voor mij is dit zowel een energetisch veld als een materiële vorm, die vorm en beweging samenbrengt; de oorsprong en verbinder van alle andere vormen die in mijn werk ontstaan, en ook de katalysator voor samenwerkingen met onder andere muzikanten, componisten, dansers, architecten, wetenschappers en ingenieurs,” zegt Maria. 

Natuurlijke vormen en materiaalonderzoek zijn haar uitgangspunten. Onder meer ontwerpt ze hoeden, kostuum schoenen, sculpturen en structuren van bamboe. Het liefst in samenwerkingsverbanden met andere makers, ontwerpers, onderzoekers, dansers, musici en kunstenaars. Een aantal werken zijn opgenomen in de museale collecties van Textielmuseum Tilburg, Stedelijk Museum Amsterdam en Kunstmuseum Den Haag. 

We vroegen Maria naar haar urgente vraag met betrekking tot haar nalatenschap en hoe zij haar werk en onderzoek actief overdraagt aan anderen. Ter introductie legt ze uit: “De mogelijkheden zijn eindeloos. Het is voor mij urgent om contact te leggen met anderen om manieren te vinden om deze kennis en mogelijkheden verder te delen; om een manier te vinden om te werken in diepe zorg voor elkaar en voor de aarde.”


Op welk punt in je carrière begon je na te denken over het belang van archivering? En waarom?

“Vanaf het begin van mijn carrière was ik mij al bewust van het belang van archiveren. Dit besef kwam niet op een specifiek moment, maar groeide organisch met mijn ontwikkeling als ontwerper. Dat komt vooral doordat mijn werk steeds voortbouwt op gerealiseerde ideeën en afgeronde projecten; het is een doorlopende zoektocht naar nieuwe inzichten.

Aangezien voor mij elke stap in het proces van waarde is, heb ik mijn werk altijd al zorgvuldig gefotografeerd, gefilmd of gedocumenteerd. Vooral omdat elk experiment, elke ontdekking, en zelfs elke misstap, een cruciaal onderdeel van het grotere geheel vormt. Zonder documentatie van deze stappen is de volledige reikwijdte van mijn onderzoek niet te begrijpen. Het stelt mij - en hopelijk straks ook anderen - in staat om verbanden te leggen die ik misschien eerder niet zag.”


Wat hoop je te bereiken of te delen door je archief?

“Als ontwerper heb ik een nieuwe manier van werken ontwikkeld die de manier waarop we als ontwerpers denken en werken, fundamenteel verandert. Je wordt daarmee in staat gesteld om je eigen capaciteiten veel eerder in het creatieve proces in te zetten. Je zult uit moeten gaan van je eigen kracht, en echt (zelf)vertrouwen hebben. Pas dan zul je niet alleen een toename in creativiteit, maar ook efficiëntie merken.

Het gaat erom dat je naar de kern gaat. Durft lost te laten. Soms komen de meest geniale ideeën namelijk uit onverwachte hoeken, of ontstaan ze door onvoorspelbare materialen. Het is belangrijk om die toevalligheden serieus te nemen. Mijn doel is dat ontwerpers hun grenzen verleggen, innovatiever denken en de wereld, maar vooral ook zichzelf, verrassen. Dus, koester het onverwachte en benut de potentie van materiaal optimaal.”

Foto links: Binnenband | Fotograaf: Anna Beeke | Foto rechts: Flexicap 

Kun je je methode van archiveren beschrijven?

“Archiveren is een gebalanceerd samenspel tussen de fysieke en digitale wereld. Beide zijn van belang, omdat ze samen het complete beeld vormen van mijn onderzoek en materiele ontwerpen. Per project creëer ik een soort tijdlijn die het verloop van elk project inzichtelijk maakt. Wanneer een aantal projecten zijn afgerond, ga ik over op het per onderwerp digitaliseren en categoriseren.

De afgelopen maanden heb ik een grote stap gezet door al mijn projecten, objecten en documenten onder handen te nemen. Hierbij heb ik niet alleen elk item genummerd en zijn plaats vastgelegd, maar ook de inhoud gedetailleerd beschreven en gefotografeerd. Hierdoor kon ik met een frisse blik kijken naar mijn werk en de ontwikkeling ervan door de jaren heen.”


Hoe selecteer je wat je archiveert en deelt, en wat drijft deze keuzes?

“Bij het selecteren van wat ik archiveer, vind ik het vooral belangrijk het proces achter mijn werk te verhelderen. Daar kunnen mensen van leren. Deze, en mijn eerder toegelichte werkwijze, probeer ik op verschillende manieren door te geven.

Dit doe ik onder andere door het geven van korte workshops in natuurlijke settings, variërend van de Nederlandse bossen en de ijsvlaktes in Finland tot aan de Zuid-kust van Australië. Pas als je in de natuur bent, ervaar je de rijkdom van wat tot onze beschikking staat; zolang we ons maar concentreren en volledig aanwezig zijn. De deelnemers leren dat inspiratie en energie altijd beschikbaar zijn. Het is een traject van waarneming naar vorm en beweging.

Foto: Dans improvisatie met bamboe structuur Oloide

Mijn werkwijze is gericht op het doorgeven van hoe je energie genereert, in plaats van die te verliezen. Iedereen draagt bij vanuit zijn eigen perspectief. En door ieders unieke inzichten is de workshop niet alleen verrijkend voor de deelnemers, maar ook voor mijzelf een bron van inspiratie.”


Wie of wat bepaalt de waarden binnen je archief?

“Mijn eigen waarden en manier van werken zetten de toon. Ik ben als ontwerper niet in een specifieke discipline of categorie te plaatsen. Mijn werk verbindt in een soort vormtaal verschillende disciplines, zoals dans, muziek, vormgeving, architectuur en wetenschap. Binnen traditionele kaders bemoeilijkt dat gegeven soms de communicatie en waardering van mijn werk. Anderzijds biedt het eenvoud, vrijheid, veel plezier en verbinding.  Mijn archief weerspiegelt deze dynamiek: alert en voortdurend in ontwikkeling zijn. Zonder energieverlies.” 


Zou je dingen anders hebben aangepakt met de kennis van nu? Zo ja, hoe?

“Nee.”

Foto links:  Spheres foam costumes, voorstelling 1987, Stedelijk Museum | Foto rechts: Professoren baret, de Universiteit van Humanistiek | Fotograaf: Anna Beeke 

Tegen welke uitdagingen loop je aan bij het archiveren van je werk?

“In het begin stuitte ik op grote uitdagingen. Dingen zijn vaak snel en zonder veel nadenken opgeslagen, waardoor ik later niet altijd precies kon terugvinden wat ik zocht. Gelukkig had ik na een tijd een goed werkend systeem ontwikkeld. Ik weet nu precies waar alles zich bevindt. Zowel fysiek als digitaal, inclusief publicaties en films. Dit is essentieel voor het bewaren van werk, maar ook voor het helder communiceren ervan.

Verder was het besef dat niemand anders deze taak voor mij kon uitvoeren confronterend, maar erg belangrijk. Ik moest zelf nadenken over de organisatie ervan. Zo koos ik er bewust voor om mijn eigen tempo aan te houden, en niet mee te gaan in het tempo dat wordt opgelegd door prijsvragen, tentoonstellingen en de markt. Ruimte hebben voor het ontstaansproces, stilte en een gestaag ontwikkelingsproces gelden zowel voor mijn werk als voor mijn archief.

De uitdagingen houden echter niet op bij de organisatie ervan. Financiering, de beperkte beschikbare ruimte in Nederland, en de interactie met musea zijn allemaal factoren die het proces compliceren. Miriam Windhausen speelde een welkome sleutelrol met haar ‘Pilot quick scan’ voor kunstenaarsnalatenschappen, in 2020 ontwikkeld in opdracht van het Mondriaan Fonds. Deze scan was bedoeld als hulpmiddel bij de overdracht van archiefwerk en filmmateriaal en behelsde onderzoek, een serie interviews en de overdracht van ideeën. Dit initiatief bleek ontzettend nuttig om een eerste overzicht te krijgen van mijn archief, hoewel het duidelijk maakte dat er nog veel werk aan de winkel was.

Foto's: C-Shoe design voor "Camper To&ether

Dankzij het Mondriaan Fonds kon ik mijn archief verder ordenen en mijn werk onderbrengen in een meer gestructureerde vorm. Dit leidde tot een samenwerking met het HNI (Het Nieuwe Instituut) en het NADD netwerk (Netwerk Archieven Design en Digitale cultuur) in het project ‘Pilot Archiving a Legacy’. Daar werkte men aan de hand van een eigen toetsingskader, gericht op het beoordelen van archieven. Dit kader was echter meer gefocust op netwerk en thema’s, en sloot maar in beperkte mate aan op de inhoud van mijn werk. We zijn bezig om dit goed af te ronden.

Ik werk nu onder meer samen met ‘The Embassy of the Free Mind’ en componiste Kate Moore, die werkt vanuit de natuur. Ook ben ik samen met Kate Raworth, van de Donut Economy, aan het kijken hoe ons werk theoretisch en beeldend samen kan komen.’’ 


Hoe ziet je ideale archief eruit?

“Mijn ideale archief omvat en bewaart de volledige omvang van mijn oeuvre en onderzoek. Het archief begint als een rondreizende internationale tentoonstelling. Maar de eindbestemming is het belangrijkste: een vaste plek waar dat alles niet alleen wordt gepresenteerd, maar actief wordt ingezet in een interdisciplinaire context. In deze ideale setting is mijn archief toegankelijk voor ieder die geïnteresseerd is in het werken vanuit de Torus: zowel als een energetisch veld en en materiële vorm, als een verbinding tussen verschillende disciplines.”


Welk advies zou je willen geven aan andere ontwerpers die starten met het archiveren van hun werk?

“Ik zou een kernachtig advies willen meegeven: vertrouw op jezelf. De wereld wordt al vaak genoeg gedreven door marktmechanismen en financiële doestellingen. Juist daarom is het essentieel dat niet de markt jouw richting bepaalt, maar jouw innerlijke stem. En de noodzaken die je in de wereld om je heen ziet. Besef hoe uniek en sterk je zelf bent.

Tot slot: werk samen met anderen. Daar liggen nieuwe inzichten en kansen verborgen die je alleen niet zou ontdekken.”

Foto: Fitting flexicap Miyake Design, Studio Tokyo


Dossier Later

Dit artikel is onderdeel van het dossier Later, speciaal samengesteld om je als ontwerper te ondersteunen bij het verkennen van zaken zoals herpositioneren, met pensioen gaan, stoppen of juist doorgaan met werken, het archiveren van je werk en de mogelijke overdracht van je studio.

Het biedt praktisch advies, inspirerende verhalen en nuttige workshops, zodat je vol vertrouwen je toekomst kunt plannen en vormgeven.

Voor wie meer wil lezen over designers en hun archief, kun je het artikel Bewaren of weggooien? lezen.