Een inclusieve economie streeft naar gelijke toegang tot werkgelegenheid, onderwijs, financiële diensten en ondernemerschap. Het gaat verder dan alleen het vergroten van het bruto binnenlands product en richt zich op duurzame welvaart voor iedereen. Dit betekent dat economische groei gepaard gaat met het verkleinen van ongelijkheid en het voorkomen van uitsluiting van kwetsbare groepen.
Het concept omvat ook het idee dat verschillende stemmen en perspectieven gehoord worden in economische besluitvorming. Bedrijven, overheden en andere organisaties werken samen om ervoor te zorgen dat economische activiteiten bijdragen aan sociale cohesie en milieuduurzaamheid.
Praktische uitwerking
In de praktijk kan een inclusieve economie bijvoorbeeld betekenen:
— Investeren in onderwijs en vaardigheden voor achtergestelde groepen
— Ondersteunen van kleine en middelgrote ondernemingen
— Verbeteren van toegang tot krediet en financiële diensten
— Creëren van beleid dat eerlijke lonen en goede arbeidsomstandigheden garandeert
Een inclusieve economie erkent dat wanneer meer mensen actief kunnen deelnemen aan economische activiteiten, dit leidt tot meer innovatie, stabiliteit en groei voor de hele samenleving.