City of Imagineers

Yurr Rozenberg is al 25 jaar werkzaam als grafisch ontwerper. “Ik heb het niet slecht gedaan, ben onderweg, het gaat goed en ik ben nog niet klaar”, vat hij verleden, heden en toekomst kort samen. Hij had moeite met de Amsterdamse mentaliteit en verruilde zijn eerste baan bij Mattmo Creative in de hoofdstad voor communicatiebureau Battery Battery in Breda, dat als een warme familie voelde.

Hij kon zichzelf na acht jaar inkopen, maar deed dat niet. Rozenberg besloot voor zichzelf, maar niet alleen te werken. Hij nam mensen in dienst, leidde ze op en startte de vereniging City of Imagineers om met enthousiaste gelijkgezinden aan het liefst inhoudelijke projecten te werken.

Tegenbeweging

In zijn enorme nieuwe studio in hartje Breda doet hij hetzelfde wat hij met die vereniging deed: honderden creatieven bij elkaar brengen, als tegenbeweging van de Randstad. “In Breda is namelijk genoeg kwaliteit, alleen kiest iedereen voor zijn eigen toko. Yurr Studio moet een broedplaats worden waar ik mensen bij elkaar breng en steeds met een ander team met creativiteit antwoorden wil vinden voor sociale en maatschappelijke opgaves. Je boodschap is sterker en je bereikt je doelgroep beter in samenwerking; ik heb niet alleen het antwoord”, legt hij uit.

Betekenisvolle idealen

“Hoe ziet het er over twee jaar uit?”, vraagt Stavorinus. “Het zou fantastisch zijn als ik met een handjevol toffe mensen kan werken aan betekenisvolle projecten die de wereld wat beter maken”, antwoordt de idealist. “Het is een mooi vak want wij kunnen met communicatie ideaalbeelden schetsen, waar mensen op kunnen acteren.”

Trots is hij op opdrachtgevers als het (enige) Stedelijk Museum in Breda waarvoor hij werd gevraagd voor het redesign met als doel: meer kinderen en gezinnen naar het museum krijgen. Maar ook kleine initiatieven die veranderingen brengen, zoals eenpitter Zero Waste Nederland, voor wie hij met plezier de communicatie en de identiteit bedenkt. “Er lopen veel goede mensen rond met verhalen die gehoord moeten worden. Daar kan ik aan bijdragen.”