Tekst door: Wesley Hartogs, Jop Quirindongo, Jordi Vreeling en Sophie Tijssen
De vraag die steeds meer ontwerpers bezighoudt: ‘Wat voor invloed heeft- en gaat AI hebben op de ontwerpsector?’ Onder leiding van Laurens Vreekamp verkenden we vijf actuele AI-gerelateerde thema’s, met vijf tafelhosts: het thema ‘Data’ met Jordi Vreeling, ‘Efficiëntie’ met Ruben de la Rive Box, ‘Creativiteit’ met Jop Quirindongo, ‘Duurzaamheid’ met Thomas Goudsblom en ‘Netwerken’ met Wesley Hartogs.
Ontwerpen in tijden van AI
Tijdens een reeks open tafelsessies gingen BNO-leden met uiteenlopende ervaring met AI met elkaar in gesprek. Wat volgde was geen simpele conclusie, maar een genuanceerd en eerlijk beeld van een sector in beweging. Opvallend daarbij was de nieuwsgierige en open houding van veel makers: de wil om AI te verkennen zonder de eigen creatieve autonomie uit handen te geven.
Een vak in transitie
Duidelijk werd dat de rol van de ontwerper aan het veranderen is. Niet zozeer richting overbodigheid, maar wel richting een nieuw profiel. De nadruk verschuift van een meer uitvoerende rol naar strategisch en conceptueel denken. In plaats van uitsluitend ‘maker’ te zijn, groeit de ontwerper steeds meer naar de rol van ‘regisseur’: iemand die richting geeft, filtert en betekenis toevoegt in een wereld waarin beelden en teksten in overvloed worden gegenereerd.
Waar AI efficiënt is in stijlvariaties en productie op schaal, blijft het steken op het vlak van betekenis, subtiliteit en culturele gevoeligheid. Juist daar ligt de toegevoegde waarde van de menselijke ontwerper: in visie, intentie en contextbewustzijn.
Regisseur in plaats van maker
De gesprekken toonden aan dat creativiteit meer is dan alleen output. Het gaat ook om het ‘waarom’ achter wat je maakt. Creatieve waarde ontstaat uit het combineren van context, emoties, toevalligheden en zelfs ‘fouten’ — precies de elementen die AI voorlopig nog niet beheerst. Het kan razendsnel beelden genereren, maar begrijpt geen twijfel, geen ironie of breekbaarheid.
Toch is samenwerken met AI wel interessant: niet als vervanging, maar als een versterking. Wanneer makers helder voor ogen hebben wat ze willen, kan AI helpen om sneller of anders te denken. AI als assistent, niet als auteur.
Studenten en beginnend ontwerpers
Maar wat als je nog niet precies weet wat je wilt? Die vraag raakt direct aan de rol van ontwerpopleidingen. Juist de onderzoekende fase – het experimenteren, zoeken en falen – is essentieel om tot die eigen stijl en signatuur te komen. Hoe ontwikkel je die dan als student of beginnend ontwerper, in een tijd waarin alles met één klik gegenereerd kan worden? En als AI steeds meer uitvoerende taken overneemt, wat blijft er dan over van het leerproces?
Tijdens de gesprekken klonk een duidelijke waardering voor ambacht; het verlangen naar tastbaarheid en imperfectie groeit. Sommige deelnemers schetsten het beeld van een toekomstig ‘conservatorium voor design’, waarin het ambacht wordt gekoesterd en doorgegeven — niet uit nostalgie, maar als menselijk tegenwicht in een digitale wereld.
Kwaliteit, ethiek en eigenaarschap
Een ander belangrijk gespreksonderwerp was het gebrek aan transparantie rond AI-tools. Veel gebruikers zijn zich er niet van bewust dat invoer in zulke systemen vaak wordt gebruikt om de modellen verder te trainen. Dit roept vragen op over data-eigenaarschap, auteursrechten en ethiek. Bewust gebruik vraagt om kritische ontwerpers die niet alleen vragen wat een model kan, maar ook waarmee het gevoed wordt en voor wie het werkt.
Ook de impact op onderlinge relaties kwam ter sprake. AI-gegenereerde content op platforms als LinkedIn leidt soms tot eenheidsworst en ondermijnt de geloofwaardigheid van ‘echtheid’. Makers merkten op dat de behoefte aan menselijke signatuur en authenticiteit juist groeit — maar tegelijkertijd blijft de vraag waarom generieke AI-posts desondanks zo goed blijven scoren.
De paradox van AI-succes
Er ontvouwt zich een paradox: AI-output is vaak oppervlakkig, maar scoort wél op meetbare resultaten zoals bereik, likes of conversie. Dit roept fundamentele vragen op over kwaliteit en standaarden. Als ‘70% goed genoeg’ wordt geaccepteerd door opdrachtgevers, waarom zouden ontwerpers dan nog streven naar meer? Hier schuurt economische realiteit met creatieve integriteit.
Een oproep tot reflectie
Wat alle gesprekken onderstreepten: AI verandert het creatieve veld ingrijpend — niet omdat het menselijke denkkracht vervangt, maar omdat het die juist scherper maakt. Het dwingt ontwerpers om explicieter te zijn over hun keuzes, stijl en visie. Om eigenaarschap te nemen over hun rol, en kritisch te blijven over de tools die ze gebruiken.
De toekomst van creativiteit ligt dan ook niet in de technologie zelf, maar in hoe wij haar inzetten, begrenzen en vormgeven. AI is geen eindpunt, maar een station dat ons uitnodigt om na te denken over wat echt waardevol is in ontwerp.
Eén ding is zeker: creativiteit in tijden van AI vraagt niet om minder menselijkheid, maar juist meer.