Portretfoto: LEVL fotografie
Hebben vrouwelijke ontwerpers jou geïnspireerd om ontwerper te worden? Zo ja, wie en waarom?
“Mijn grootste inspiratie is mijn moeder, interieurarchitect Benice de Vries. Haar energie en nieuwsgierigheid om de wereld mooier en fijner te maken, en haar vermogen om sociale ruimtes te ontwerpen waar iedereen zich thuis voelt, zoals de bibliotheken die ze heeft ontworpen, hebben mij diep geïnspireerd. Ik ben opgegroeid tussen de stofstalen van het interieurarchitectenbureau van mijn ouders, OdV interieurarchitecten. Mijn moeder leerde me over de geschiedenis van de vrouw, het belang van financieel zelfstandig zijn, en de waarde van grenzen stellen. Ze was mijn grootste inspiratie en de schop onder mijn kont.”
“Mijn moeder leerde me over de geschiedenis van de vrouw, het belang van financieel zelfstandig zijn, en de waarde van grenzen stellen.”
Heb je als vrouwelijke ontwerper bepaalde uitdagingen ervaren binnen de industrie?
“Als startend ontwerper heb ik vooral kansen gekregen om te leren en mijn stem te laten horen. Toch ben ik me bewust van de uitdagingen die vrouwen in de ontwerpwereld tegenkomen. Ik maak het soms mee dat mannen waarmee ik werk een opmerking maken over mijn vrouwelijkheid, deze worden vaak verpak in seksistische grappen. Daarnaast zie ik in mijn omgeving dat vrouwelijke ontwerpers vaak minder verdienen dan hun mannelijke collega’s, wat ook blijkt uit cijfers van het CBS over de loonkloof.”
Foto: Zichtlijnen | Fotografie: Nande Overtoom
Denk je dat er nog steeds genderongelijkheid is in de Nederlandse designwereld? Waarom wel of niet?
“Ja, er is nog steeds genderongelijkheid, omdat deze ongelijkheid in de bredere maatschappij bestaat. Vrouwen worden vaak minder betaald, zitten minder in leidinggevende posities, en zijn vaker slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag. De stereotype ideeën over gender spelen nog steeds een rol, ook al is er een open maatschappelijk gesprek over gelijkheid. In mijn directe omgeving, binnen de designwereld, worden mannen en vrouwen gelijk behandeld, maar het is belangrijk dat we blijven praten over ongelijkheid, want dan wordt het steeds minder.”
Wat zou je willen zien veranderen in de industrie om het voor vrouwen (nog) toegankelijker te maken?
“We moeten de positieve kanten van gemixte ontwerpteams benadrukken. Diversiteit in geslachten leidt tot toegankelijkere ontwerpen en nieuwe perspectieven. Het is belangrijk om te blijven erkennen dat vrouwen en mannen nog steeds ongelijk behandeld worden, en om stereotype ideeën te blijven uitdagen. Ook moeten we open gesprekken voeren over salaris, kansen en grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast moeten we kritisch kijken naar de impact van technologie, zoals AI, die vaak biased is tegenover vrouwen, omdat de data vaak door mannen wordt bepaald. Het zou goed zijn als er een CAO voor ontwerpers is, zoals die voor architecten, zodat jonge ontwerpers meer houvast hebben bij salarisbesprekingen.”
Foto: Wensen & Grenzen | Fotografie: Nicon Glerum
Wat maakt het mooi om als vrouwelijke ontwerper in Nederland te werken?
“Nederland biedt een platform voor gesprekken over de posities van vrouwen en minderheidsgroepen. Dit geeft ruimte voor nieuwe verhalen en projecten. Het is inspirerend om te werken in een land waar ik als vrouw ontwerpers kansen krijg, terwijl dat in andere delen van de wereld niet vanzelfsprekend is. Met projecten zoals Wensen & Grenzen, waarin ik kwetsbare gesprekken op gang breng, merk ik dat er behoefte is aan open en eerlijke gesprekken.”
Welke tip zou je geven aan jonge vrouwelijke ontwerpers die net beginnen?
“Maak ruimte voor de onderwerpen die jij belangrijk vindt. Experimenteer in verschillende disciplines en benaderingen. Omring jezelf met makers die je inspireren en leer van hen. Duik in de geschiedenis van kunst en design en de rol van vrouwen daarin. Laat je inspireren door te lezen, te kijken en vooral door je eigen nieuwsgierigheid te volgen.”
Hoe zie je de toekomst van design in Nederland? Zijn er trends of ontwikkelingen waar je enthousiast over bent?
“De toekomst van design in Nederland biedt in mijn ogen kansen om nieuwe visies en kritische perspectieven te delen. Ontwerp kan een brug slaan tussen grote maatschappelijke vraagstukken en een groep individuen. Door ervaringen te ontwerpen die je meenemen in een verhaal en aanzetten tot actie. Ik ben enthousiast over de veranderingen en verbindingen die ontwerpwereld teweeg kan brengen door samen te werken met andere disciplines.”