#Nieuws

25.05.2022

Brief herstel creatieve industrie

Staatssecretaris Uslu (OCW) heeft de Tweede Kamer een hoofdlijnenbrief gestuurd over het herstel van de creatieve industrie.


Foto: Markus Spiske (Unsplash)


De toekomst van het creatieve veld heeft door de coronacrisis onder grote druk gestaan en staat nog steeds voor grote uitdagingen, zo laat de staatssecretaris weten in een brief aan de Tweede Kamer. Lees hieronder de passages ‘creatieve industrie’, ‘arbeidsmarkt’ en makers’.


Creative industrie

“De innovatieve kracht van de creatieve industrie is groot. Makers en instellingen in ontwerpdisciplines zoals architectuur, vormgeving en digitale cultuur kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de aanpak van maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en de woonopgave. Ontwerpers hebben de kennis en kunde in huis met verbeeldingskracht de mogelijke toekomst te laten zien en alternatieven te tonen.

Bovendien is het belangrijk dat het perspectief van de gebruiker en burger goed wordt meegenomen. Ontwerpers kunnen dit bij uitstek. Ik zal de inzet van ontwerp bij maatschappelijke opgaven kracht bijzetten door dit jaar een programma te starten dat de impact van ontwerpend onderzoek vergroot. Hierbij werk ik samen met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, CLICKNL, de Sociaal Creatieve Raad, het Topteam Creatieve Industrie en de Rijksbouwmeester en zijn college.” 


Arbeidsmarkt

“Een belangrijk aandachtspunt van het kabinet is de positie van werkenden in de culturele en creatieve sector. De arbeidsmarkt in deze sector is voor een groot deel projectmatig georganiseerd. Werkenden combineren in een jaar vaak meerdere projecten, hebben verschillende opdrachten tegelijk of combineren een kleine dienstbetrekking met een werkpraktijk als zelfstandige. Zowel bij werkenden als bij opdrachtgevers en werkgevers zien we een sterke inhoudelijke gedrevenheid; kwaliteit van het resultaat staat voorop. In het rapport Passie gewaardeerd van de SER en de Raad voor Cultuur wordt geconstateerd dat werkenden in de culturele en creatieve sector een zwakke arbeidsmarktpositie hebben. De coronacrisis heeft werkenden in deze sector extra hard geraakt. 

Het versterken van de positie van werkenden op de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector is een gedeelde verantwoordelijkheid van de hele sector: werkgevers, opdrachtgevers, werknemers, makers, zelfstandigen, ondersteuners, fondsen, bonden, organisaties en overheden. Mijn rol is het ondersteunen en faciliteren van maatregelen die bijdragen aan een duurzame beroepspraktijk voor werkenden in deze sector waarin een eerlijke beloning vanzelfsprekend is.

Het kabinet gaat, zoals in het coalitieakkoord is aangegeven, aan de slag met de hervorming van de arbeidsmarkt. Bij het uitwerken daarvan vormen het advies van de commissie Borstlap en het Middellange termijn advies van de SER de leidraad. De aanpassingen van de arbeidsmarkt zijn gericht op het werken aan de arbeidsmarkt van de toekomst, een arbeidsmarkt die werkt voor iedereen. De wijze waarop deze ambities worden uitgewerkt, is ook voor de culturele en creatieve sector van belang. Ik verken binnen het kabinet hoe deze uitwerking kan bijdragen aan een gezonde en toekomstbestendige arbeidsmarkt voor de culturele en creatieve sector. Ik werk daarom op dit onderwerp nauw samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Met de volgende specifieke maatregelen om de culturele arbeidsmarkt te versterken start ik dit jaar. Ten eerste wil ik de sector ondersteunen bij het vinden van manieren om zzp’ers in dienst te nemen. Ik zie namelijk dat op veel plekken vaste aanstellingen zijn vervangen door opdrachtrelaties. De crisis heeft laten zien dat veel zzp’ers onvoldoende verdienen in hun beroepspraktijk om zelf inkomensschommelingen op te vangen of te investeren in scholing en ontwikkeling. Ik geef daarom ruimte aan een aantal pilots die werkgevers faciliteren gezamenlijk freelancers in dienst te kunnen nemen.

Ten tweede zie ik dat zzp’ers financieel verzwakt uit de crisis zijn gekomen. Velen hebben hun financiële buffers moeten aanspreken. Spaargeld dat was bedoeld voor een periode van ziekte of voor de oude dag is voortijdig aangesproken. Daarmee is een acuut probleem ontstaan, dat zowel voor de korte als voor de lange termijn aandacht verdient. Voor de korte termijn zal ik daarom pilots inrichten waarbinnen voor deze groep een financiële tegemoetkoming beschikbaar komt zoals een bijdrage in de kosten van een arbeidsongeschiktheids- of pensioenverzekering.

Hoewel inmiddels de eerste stappen tot verbetering zijn gezet met de gezamenlijk gedragen arbeidsmarktagenda en de verplichte reflectie op toepassing van de fair practice code door gesubsidieerde instellingen, is nog veel werk te verrichten. Ik kom daarom in mijn brief na Prinsjesdag terug op dit onderwerp. Ik zal u dan ook informeren over het onderzoek naar de huidige situatie van zzp’ers dat momenteel door de Boekmanstichting wordt uitgevoerd. Daarbij betrek ik eveneens de data van de CBS-statistieken over omzetgegevens van zzp’ers in de sector.”


Makers

“De coronacrisis heeft grote gevolgen gehad voor makers en uitvoerenden. Producties en projecten kwamen stil te liggen en het aantal opdrachten van makers liep terug. Via verschillende maatregelen wil ik bijdragen aan het op gang brengen van de opdrachtenstroom.”

“Daarnaast vragen startende makers specifiek mijn aandacht. Door de sluiting van de cultuursector konden zij de eerste stappen – de eerste tentoonstelling, een eerste concert – niet zetten. Het gaat om een aanzienlijk aantal mensen. Zo studeren per jaar circa 4400 creatieve professionals af binnen het hbo- kunstonderwijs (beeldende kunst en vormgeving, muziek, theater, dans, film en televisie, bouwkunst, docent kunstvakken). Deze groep van startende cultuurmakers en jonge cultuurprofessionals wil ik via regelingen bij de zes Rijkscultuurfondsen alsnog een kans bieden een podium of werkplek te vinden en een CV en een professioneel netwerk op te bouwen. De opleidingen worden hierbij betrokken waar dat passend is.

Voor starters in de erfgoedsector zullen het Mondriaan Fonds en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed specifieke erfgoedregelingen openstellen voor onder andere jonge professionals in collectiezorg, werkervaringsplekken in archeologie, monumentenzorg, restauratie, en inzet van jonge starters bij erfgoedorganisaties.”