Vanaf 2021 gaat Het Nieuwe Instituut in Rotterdam verder als nationale erfgoedinstelling met verschillende bovensectorale ondersteunende instellingen taken. Het Nieuwe Instituut vormt binnen de culturele infrastructuur het nationale geheugen van de ontwerpsector en ambieert op basis van de pijlers houdbaar, bruikbaar en zichtbaar het beleid, gericht op innovatie, gestalte te geven.
Nu Guus Beumer deze ambitie voor het instituut na acht jaar succesvol heeft gerealiseerd en zijn wettelijke pensioengerechtigde leeftijd in zicht komt, treedt hij vanaf mei 2021 terug als algemeen en artistiek directeur. Hij gaat zich in de nabije toekomst richten op nieuwe initiatieven op de terreinen van erfgoed en ecologie.

Foto: Het Nieuwe Instituut / Fotograaf: Johannes Schwartz
Inhoudelijke basis en solide financiering
Beumer kreeg in 2012 van het Ministerie van OCW de opdracht om van de toenmalige sectorinstituten NAi, Premsela en Virtueel Platform een landelijke ondersteunende instelling voor de gehele ontwerpsector te maken inclusief het beheer van de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw. De disciplines Architectuur, Design en Digitale Cultuur zijn vervolgens onder leiding van Beumer allereerst vanuit een multidisciplinair perspectief benaderd.
Beumer laat het instituut uiterst gezond achter met een stevige inhoudelijke basis en een solide financiering. Met de collectie als voedingsbron heeft het Instituut onder zijn leiding een indrukwekkend multidisciplinair onderzoeks- en tentoonstellingsprogramma ontwikkeld, leidend tot vele internationale uitwisselingen en bijdrages aan prestigieuze biënnale en triënnale-presentaties in Venetië, Sao Paulo, Istanbul, Milaan en Shenzhen.
