#Artikelen

30.06.2022

Bewaren of weggooien?

Wat zouden ontwerpers willen dat er later met hun archieven gebeurt? We vroegen het aan Miriam van der Lubbe, Nienke Hoogvliet en Maarten Dullemeijer.


Samenstelling: Freek Kroesbergen

In Dd Magazine #2 besteden we aandacht aan het denken over en veiligstellen van waardevolle Nederlandse designarchieven. Wat is er aan de hand? Wat is er nodig? En waarom is dat belangrijk? Dat is een grote, hele algemene vraag. Maar ook een vraag waar ontwerpers als archiefvormers persoonlijk bij moeten stilstaan.

We vroegen daarom enkele ontwerpers: Wat zou je willen dat er met jouw archief gebeurt?


Weg ermee?

Miriam van der Lubbe (Van Eijk & Van der Lubbe): “We hebben veel. Heel veel. Op verschillende plekken, van verschillende aard en verschillende kwaliteit. Experimenten, proto’s, modellen, tekeningen, schetsen, kleine oplagen, unica’s, fysiek, digitaal… Met een sluimerende, continue aanwezige vraag: wat móeten we ermee?

Het snelste en eenvoudigste antwoord zou zijn: weg ermee. Te veel gedoe om uit te zoeken. Tegelijkertijd weten we dat er ideeën tussen zitten waarin we de tijd vooruit waren, die mede lading gaven aan Dutch Design en achteraf bezien maatschappelijk relevant zijn.”

Foto: Niels van Eijk & Miriam van der Lubbe | Fotografie: Lisa Klappe

“Een archief in de krochten van een depot, zwijgend en achter slot en grendel, is van weinig waarde. Het vraagt ruimte, energie, is weinig duurzaam en draagt niks bij. Over een periode van tien jaar werkten wij voor het Nationaal Archief in Den Haag, een prachtig voorbeeld van een levend archief dat dagelijks kan worden bekeken, bestudeerd en geraadpleegd. 

Als we dan een voorkeur zouden mogen geven van wat er met ons archief zou moeten gebeuren dan is het dát: ons archief als onderdeel van zo’n levend organisme: een archief als product, als gebruiksvoorwerp. Door elke belangstellende te raadplegen, op ieder gewenst moment.”


Nooit af

Maarten Dullemeijer (Autobahn): “Een archief van een designer komt het beste tot zijn recht in de context van zijn tijd – en in verbinding met andere archieven. De briefings, de honderden mailtjes, presentaties, digitale en fysieke schetsen, prototypes en eindproducten; ze krijgen pas betekenis als je ook te zien krijgt hoe opdrachtgevers dachten, hoe het culturele landschap er bij lag en hoe andere makers te werk gingen. Ik zie ons archief als een van de vele bouwstenen voor een dynamische omgeving waarin design wordt ontsloten. Die omgeving is per definitie nooit af, er wordt altijd verder aan gebouwd.”

Foto: Maarten Dullemeijer in de eerste studio in Utrecht | Fotografie: Autobahn

Direct openbaar

Foto: Nienke Hoogvliet werkt met visleer | Fotografie: Studio Nienke Hoogvliet

Nienke Hoogvliet: “Ik ben ervan overtuigd dat (kunst)objecten of producten meer waarde krijgen wanneer meer bekend is over het maakproces. Daarom laat ik steeds bewuster mijn onderzoek en proces deel uitmaken van het eindresultaat. Ik hoop zo dat grote delen van mijn archief al direct openbaar worden en even toegankelijk zijn (en blijven) als het eindwerk.”


Veel van mijn werk komt in museale collecties terecht, hopelijk met mijn archief. Tegelijkertijd wil ik mijn onderzoeken delen met een groot publiek, vandaar dat ik bij mijn projecten vaak boeken maak die mijn onderzoek en proces beschrijven en visualiseren, en die wereldwijd verkrijgbaar zijn.”

Foto: boek Seaweed Research | Fotografie: Studio Nienke Hoogvliet


Als BNO-lid ontvang je Dd Magazine #2 automatisch in je brievenbus, of lees je het online. Bestellen kan via onze site.


Podiumkunst.net en het Netwerk Archieven Design en Digitale Cultuur (NADD) bieden dit najaar Het Archieftraject aan. Makers uit o.a. de designsector worden hierbij op weg worden geholpen met hun archief.