#Artikelen

12.06.2025

The Soft Power of Design: Sabine Marcelis

Fotografie: Cleo Goossens

De World Expo in Osaka vormt het decor voor de internationale ambities van Dutch design. Edo Dijksterhuis spreekt met Sabine Marcelis over hoe haar werk een verdwijnend Japans ambacht nieuw leven inblaast.


Tekst door Edo Dijksterhuis

Sabine Marcelis gaat liefst zo open en blanco mogelijk een samenwerking in, ook als culturele verschillen en geografische afstand een complicerende factor kunnen zijn. In het project dat zij deed met een lakwerkfabriek in het Japanse Akita voelde zij zich met haar partners verbonden in het besef dat de ambachtelijke kunstnijverheid een radicale impuls moet krijgen wil zij overleven. Vol enthousiasme sprongen ze over de taalbarrière heen om de switch te maken van gebruiksvoorwerpen naar designverzamelobjecten.


Spelen met licht

“Ik wil het altijd zo moeilijk mogelijk maken”, zegt Sabine Marcelis, half lachend en volledig serieus. “Echt de grenzen oprekken en iets doen waarvan mensen vooraf zeggen dat het eigenlijk niet kan.”

Dat deed de Rotterdamse kunstenaar en ontwerper ook in Japan, waar ze was uitgenodigd door Craft x Tech, een organisatie die een brug wil slaan tussen traditionele Japanse ambachten en hedendaagse technologie, vaak van buiten de grenzen. “Ik heb recent iets dergelijks gedaan met het Noorse aluminiumbedrijf Hydro, waarvan de resultaten te zien waren tijdens de afgelopen Milaan Design Week”, vertelt Marcelis. “In Japan had ik de mogelijkheid om samen te werken met metaalbewerkers of textielexperts, maar ik wilde graag iets doen met lakwerk. Ik doe veel met transparante materialen en speel graag met licht. Met lakwerk vang je het licht niet in het object maar erop, vooral ronde vormen kunnen fantastisch mooi glanzen.”

Foto: Kawatsura Shikki × Sabine Marcelis 

Laagje voor laagje

Het familiebedrijf waar Marcelis aan gekoppeld werd, is gespecialiseerd in rijstkommen. “De gebruikte hars wordt met de hand getapt uit een boom en is antibacterieel”, vertelt ze. “De lak wordt laagje voor laagje aangebracht en het duurt meerdere weken voordat een kom af is. Door verschillende kleuren te gebruiken, bijvoorbeeld rood onder zwart, ontstaat een levendige gloed. Die wordt nog sterker als de bovenste laag na verloop van tijd een beetje lichter van kleur wordt zodat de onderlaag er doorheen schijnt.”

Het eindresultaat van dat arbeidsintensieve proces is esthetisch bijzonder aantrekkelijk maar ook behoorlijk aan de prijs. Steeds vaker kiezen Japanners voor veel goedkopere plastic alternatieven. “Deze industrie dreigt te verdwijnen”, waarschuwt Marcelis. “De vader van de man met wie ik werkte had nog honderd werknemers in dienst. Nu lopen er nog negen rond in de werkplaats. En de baas kan geen opvolger vinden.”


Een soort eurekamoment

Aan Marcelis de taak om een nieuw product te verzinnen met toekomstperspectief. Haar zo moeilijkst mogelijke antwoord: een tafel en een wandobject. “De lakwerkers hadden nog nooit zoiets groots gemaakt. Maar door die schaalvergroting trek ik het materiaal naar een andere wereld. Dit zijn geen luxueuze gebruiksvoorwerpen meer maar collectible design objects. En dan kun je een veel hogere prijs vragen. Dit project stelde de lakwerkers in staat het een keer helemaal anders te doen. En ze gingen er helemaal voor, vol enthousiasme.”

Foto: Kawatsura Shikki × Sabine Marcelis

Vorig jaar vloog Marcelis naar Japan om haar partners te ontmoeten en zelf te zien hoe het eraan toe gaat in zo’n lakwerkfabriek. “Ik wil expres van tevoren niet te veel weten”, zegt de ontwerper die regelmatig wordt uitgenodigd om te reageren op materialen of productieprocessen. “Ik hoop ter plekke iets te voelen of zien wat leidt tot een idee. Een soort eurekamoment. Het enige waar ik voor moet zorgen is dat mijn geest open staat.”

Foto: Kawatsura Shikki × Sabine Marcelis 

Voor het laten overslaan van de creatieve vonk had Marcelis niet erg veel tijd. Ze was slechts twee dagen op bezoek in de fabriek in Akita. De Japanse kunstenaar die haar zou vergezellen bleek ziek te zijn en de tolk was slechts één middag beschikbaar. Maar in die paar uur kreeg ze alle werkzaamheden uitgelegd en zag ze alles. “De volgende dag hebben we opgetrokken met de fabriekseigenaar en zijn familie”, vertelt Marcelis. “We spraken elkaars taal niet maar hadden desondanks een heel mooie dag samen. Ik voelde hoe trots ze zijn op hun werk en dat inspireert mij als ontwerper.”



“Ik hoop ter plekke iets te voelen of zien wat leidt tot een idee. Een soort eurekamoment. Het enige waar ik voor moet zorgen is dat mijn geest open staat.”


–  Sabine Marcelis


Geen plan B

Normaliter laat Marcelis al haar ontwerpen uitvoeren in haar eigen atelier, waardoor ze er bovenop zit en direct kan bijsturen als dat nodig is. “Dat was nu heel anders”, erkent ze. “Maar sinds corona zijn we gewend aan samenwerking op afstand. Het is vooral zaak heel duidelijk en uitvoerig te communiceren. Dus stuurden wij 3D-modellen en goed uitgewerkte tekeningen. De bijbehorende e-mails gingen in Japan door Google Translate.”

“Omdat we iets maakten dat nooit eerder was geprobeerd liepen we wel tegen obstakels aan. Zo is de droogtijd veel langer vanwege het grotere oppervlak. Het productieproces duurde maanden in plaats van weken. En constante aandacht was noodzakelijk. Als er iets fout gaat is er namelijk geen plan B, dan moet je overnieuw beginnen.”

Maar de ambachtslieden pasten zich aan de nieuwe parameters aan en de tafel en het wandobject kwamen er. Ze zijn eerst gepresenteerd in Japan en werden daarna verscheept naar Londen voor een tentoonstelling in het Victoria & Albert Museum. Toen volgde nog Design Miami/Basel en uiteindelijk de World Expo in Osaka.

Foto: Craft x Tech | Fotografie: Ed Reeve

Incubatietijd

“Vanaf het begin van mijn carrière werk ik meer in het buitenland dan in Nederland”, vertelt Marcelis. “Mijn werk wordt getoond in buitenlandse galeries en op beurzen in onder andere Dubai, Parijs en Milaan. Het is belangrijk om zichtbaar te zijn. En internationale presentaties zijn ook gelegenheden om nieuwe contacten op te doen. Ik probeer altijd zoveel mogelijk kunstenaar of specialisten te ontmoeten. In Japan heb ik best veel tijd doorgebracht met de modeontwerper Hiroshi Fujiwara, die mij heeft voorgesteld aan andere creatieven en me lokale bezienswaardigheden heeft laten zien.”



“Elk internationaal project levert nieuwe inzichten op die mijn praktijk verrijken.”


–  Sabine Marcelis


“Een ontmoeting hoeft niet meteen te resulteren in een product of project. Misschien komt dat pas over tien jaar. Zo doe ik nu een project met audiospecialisten uit New York die ik al heel lang ken. Maar nu valt alles op z’n plek en gaan we samen iets doen.”

Foto: Craft x Tech | Fotografie: Jun Sugawara

Verdere samenwerking met de Japanse lakwerkindustrie heeft waarschijnlijk niet zo’n lange incubatietijd nodig. “Onze Japanse partner heeft al laten weten dat hij een vervolg wel ziet zitten”, vertelt Marcelis. “En in het verlengde van de tafel en het wandobject heb ik onlangs een aantal objecten in lakwerk ontworpen die onderdeel worden van mijn nieuwe collecties. Elk internationaal project levert nieuwe inzichten op die mijn praktijk verrijken.”


The Soft Power of Design

Op 13 april 2025 ging de World Expo in Osaka van start, waar ruim 160 landen en organisaties samenkomen. Het Nieuwe Instituut cureert er het zes maanden durende programma Activating Common Ground, met samenwerking tussen Japanse en Nederlandse makers als rode draad. Centraal staat het besef dat cultuur en identiteit niet vaststaan, maar ontstaan in een wereld vol uitwisseling, interactie, nieuwsgierigheid en dialoog.

Dat ontwerp niet alleen economische waarde heeft, maar ook bijdraagt aan de reputatie en soft power van een land, blijkt eens te meer in Osaka. In dit kader bezocht BNO-directeur Diana Janssen de Expo eind mei en interviewt Edo Dijksterhuis BNO-leden Mae Engelgeer, Raw Color en Sabine Marcelis voor de serie ‘The Soft Power of Design’. In onze podcast Designers Inc. spreekt Roel Stavorinus bovendien met vertrekkend directeur Aric Chen van Het Nieuwe Instituut. Stay tuned dus!