Heb je onlangs de thuiskopievergoeding op je rekening overgemaakt gekregen? Dat klopt, als professionele beeldmaker heb je hier sinds 2017 recht op.

De meeste ontwerpers doen er goed aan zich in te schrijven bij Pictoright. Vaak levert dat namelijk gratis geld op.

Vooral succesvolle ontwerpen gaan nogal eens de grens over. Maar ook in het buitenland wil je natuurlijk niet dat er met je werk aan de haal wordt gegaan.

Een foto van een werk in de openbare ruimte is snel gemaakt, maar deze werken kun je niet zonder voorwaarden afbeelden in je eigen werk.

Soms komt er een auteursrechtelijk beschermd werk van anderen in je eigen werk in beeld. Gelukkig is dat niet altijd een probleem.

Werken van anderen kunnen zich heel goed lenen om op een humoristische manier commentaar te leveren of iets te bespotten. Je moet wel opletten dat je dat binnen het acceptabele doet.

Dat je niet zomaar geld mag afbeelden is niet zo gek, over de echtheid ervan kan namelijk verwarring ontstaan. Gelukkig mag het onder bepaalde voorwaarden wel.

Bij citeren denk je vaak aan tekst, maar je kunt ook met beeld citeren. En voor het citeren van beelden is een uitzondering gemaakt op het auteursrecht.

Als maker heb jij het auteursrecht van door jou gemaakte portretten in handen. Niettemin heb je wel rekening te houden met de belangen van de geportretteerde.

Hoewel het voor makers heel fijn is dat auteursrecht bestaat en deze op zich niet verlopen en na je dood zelfs overgaan op je erfgenamen, is het ook fijn dat ze op den duur toch komen te vervallen.

Als auteursrechthebbende hoef je op zich niet te regelen wat er met je auteursrechten gebeurt na je overlijden, dat doet de wet al. Voor persoonlijkheidsrechten ligt dat anders.

Je hoort het vaak: breng je zeven veranderingen aan in een bestaand ontwerp dan is er geen sprake meer van auteursrechtinbreuk. Maar dit is een hardnekkige fabel die je meteen mag vergeten.